Leerlingvolgsysteem

Leerlingvolgsysteem

Leerlingvolgsysteem

Het werken met een leerlingvolgsysteem (LVS) betekent op de Contrabas, dat wij leerlingen nauwgezet volgen in hun cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Alle gegevens die het volgsysteem ons opleveren worden met de ouders besproken.

Veel toetsen die wij tot eind groep 8 gebruiken, worden door het CITO ontwikkeld. Hierbij wordt door de cijfers I t/m V aangegeven wat het leerniveau is. Zo zit in niveau I de landelijk 20% hoogst scorende leerlingen en in niveau V de landelijk 20% laagst scorende.

Groepen 1 en 2

Het leerlingvolgsysteem MijnKleutergroep! wordt door de leraren gebruikt om op diverse ontwikkelingsgebieden inzicht te krijgen in de vorderingen van leerlingen.

Groepen 3 t/m 7

Bij deze groepen worden 2x per jaar diverse niet–methodegebonden Cito toetsen afgenomen: Rekenen&Wiskunde, DMT, Woordenschat, Spelling en Begrijpend lezen. Deze worden in januari en juni afgenomen. Aan de hand van deze toetsen kunnen wij bepalen hoe de ontwikkeling van het kind is t.o.v. zijn leeftijdsgenoten in het land. Aan het einde van het schooljaar geven wij met het 3e rapport een uitdraai mee met daarop een overzicht van alle afgenomen Cito-toetsen met de daarbij behaalde resultaten. Alle relevante informatie omtrent de vorderingen van uw zoon/ dochter staat hier op vermeld. Daarnaast worden er uiteraard ook methodegebonden toetsen afgenomen, deze vinden ongeveer om de 8 weken plaats.

Groep 7

Eind groep 7 wordt de Cito Entreetoets afgenomen.  De onderdelen Taal, Rekenen&Wiskunde en Studievaardigheden worden hierin getoetst. Mede aan de hand van deze uitslag wordt een voorlopig advies gegeven. Deze wordt in juli samen met de ouders, het kind en de toekomstige leerkracht groep 8 besproken.

Groep 8

De leerlingen van de groepen 8 nemen deel aan de Cito Eindtoets. Bij ons op school doen in principe alle leerlingen van de groepen 8 mee met deze eindtoets. Zowel leerlingen die op onderdelen van de leerstof een eigen programma volgen, alsook de leerlingen die als advies praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) krijgen. Over deelname van deze leerlingen is altijd overleg met hun ouders. Eventueel kan om emotionele redenen de beslissing vallen om een leerling niet te laten meedoen met de eindtoets. Met het afnemen van de toets wordt rekening gehouden met leerlingen die dyslectisch zijn. De toetsen worden voor hen uitvergroot en/of voorgelezen. Alle individuele scores tellen dus mee voor de gemiddelde schoolscore.

Vanaf groep 1 volgen wij de kinderen op sociaal-emotioneel gebied middels de Kanjertraining Leerlingvolgsysteem.

De toetsresultaten worden in de computer verwerkt en daarnaast bewaard in de daarvoor bestemde ordners. De resultaten worden besproken met de groepsleraar, de intern begeleider en een directielid. Indien nodig zullen hiaten in de leerstof door sommige leerlingen extra worden geoefend. Ook kan het zijn dat sommige leeronderdelen opnieuw aan de hele groep moeten worden aangeboden. Voor alle toetsen, behalve de ‘Eindtoets’, geldt dat mogelijke hiaten zichtbaar worden, waarna er door middel van extra uitleg en bijbehorende leerstof getracht wordt de leerresultaten van die leerlingen te verbeteren. Indien nodig kan nader diagnostisch onderzoek plaatsvinden. Indien de toetsresultaten daartoe aanleiding geven, worden de ouders hierover geïnformeerd en worden er voorstellen gedaan over extra hulp. Deze extra hulp wordt dan vastgelegd in een handelingsplan, waarin omschreven wordt hoe de hulp geboden wordt, met welke doelstelling en op welk termijn. De praktische uitvoering van de hulpprogramma’s kan zowel binnen als buiten de klas plaatsvinden. Soms ook wordt er van leerlingen verwacht, dat ze thuis een taak uitvoeren. Dit wordt uitgevoerd in overleg met de groepsleraar, de remedial teacher, de ouders en de leerling.

Ook ouders kunnen met vragen en problemen bij de groepsleraar terecht en indien dit gewenst is, kan de hulp van de intern begeleider ingeroepen worden. Wanneer blijkt, dat problemen van leerlingen van dusdanige aard zijn, dat zij na uitvoering van een handelingsplan nog niet voldoende zijn opgelost, kan de hulp worden ingeroepen van externen. Denk aan een psycholoog, een logopedist of een ambulant begeleider. 

Dit alles in goed overleg met de ouders. In overleg met de groepsleraar wordt daarna een handelingsplan opgesteld, waarvan de uitvoering bij de groepsleraar ligt. Eventueel kan besloten worden dat een psycholoog verder onderzoek doet. Wanneer blijkt, dat de extra instructie, het maken van extra taken of eventueel doubleren niet het gewenste resultaat heeft, volgt opnieuw overleg. In samenspraak met ouders, leraar en het zorgteam kan besloten worden om met een apart programma, los van de leerstof van de jaargroep, aan de slag te gaan. Dat kan een programma op één of meerdere onderdelen zijn. Indien blijkt, dat leerlingen op bepaalde vakgebieden het basisprogramma zeer goed beheersen en de verdiepingsstof verwerkt is, wordt aan die leerlingen speciale leerstof aangeboden. Voor hen, die op alle gebieden zeer goed scoren, is de plusgroep in het leven geroepen. We hebben voor de groepen 5/6 en de groepen 7/8 afzonderlijke plusgroepen. De kinderen krijgen tijdens één uur in de week extra uitdagend werk aangeboden. Dit is heel andere materie dan dat zij in de klas krijgen. Denk aan filosoferen, een vreemde taal leren enz. Naast het feit dat zij meer uitdagende lesstof aangeboden krijgen, is het ook goed voor hun emotionele ontwikkeling. Vaak gaat het deze leerlingen gemakkelijk af, omdat ze nu eenmaal makkelijk leren. De lat wordt tijdens deze les expres hoog gelegd, zodat zij hun uiterste best moeten doen om een goed resultaat te halen.

Zorgverbreding

Vijf keer per jaar vinden er individuele leerling besprekingen plaats tijdens het zorgoverleg. Hierbinnen worden leerlingen besproken, die vanwege hun sociaal- emotionele of cognitieve ontwikkeling ons zorgen baren.

Inspectiebezoek 

De Inspectie van het Onderwijs kijkt elk jaar of een school voldoende kwaliteit levert. En hoeveel toezicht een school nodig heeft. Zo krijgen zwakke scholen meer toezicht dan scholen zonder problemen. Op de toezichtkaart van de Inspectie van het Onderwijs staat welke vorm van toezicht een school krijgt. De inspectie bezoekt elke school minimaal 1 keer in de 4 jaar en maakt een rapport. Dit rapport vindt u ook op de toezichtkaart. In 2020 - 2021 hebben wij bezoek gekregen van de Inspecteur van Onderwijs. 

N.a.v. haar bevindingen zijn we ingedeeld onder de categorie “Basisarrangement”.