Sociale integratie en burgerschap

Wij onderschrijven artikel 8 in de wet Primair Onderwijs waarin staat dat het onderwijs mede gericht is op de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie. Wij willen de culturele kennis en achtergrond die de kinderen zelf meebrengen in de klas gebruiken en besteden aandacht aan de verscheidenheid aan levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals deze in onze multiculturele samenleving spelen.

We onderkennen hierbij drie domeinen:

Democratie (gelijke behandeling, solidariteit, kritische houding t.a.v. maatschappelijke kwesties).
Participatie (je mede verantwoordelijk voelen voor je buurt, het milieu, de school, de vereniging).
Identiteit (waarderen en respecteren van verschillen, herkennen van discriminatie, omgaan met vrijheden en beperkingen).

Ten aanzien van het domein democratie is ons doel om leerlingen te leren hun mening over maatschappelijke thema’s te verwoorden. Er wordt in alle groepen aandacht besteed aan: wat democratie is; leren luisteren naar elkaar, leren argumenteren, leren elkaar te accepteren, elkaars mening te respecteren en vrijheid van meningsuiting zonder te kwetsen.

Democratie is terug te zien in de actuele, maatschappelijke thema’s waarover gesproken wordt binnen de groepen, bijvoorbeeld Prinsjesdag, weekjournaal, teksten van nieuwsbegrip en verschillende schooltelevisie programma’s.

Wat betreft het domein Participatie worden omgangsregels ten aanzien van het gedrag met de leerlingen besproken. Om de sociale veiligheid van de leerlingen te bevorderen is er een gedragsprotocol opgesteld, dat is afgedrukt verderop in de schoolgids. Handelingswijzer hierbij voor de leerkrachten is vermeld in ons document ‘Zo werken wij op de Contrabas’. Vanuit de groepen 8 wordt aan het begin van het schooljaar een leerlingenraad gekozen van maximaal zes leerlingen. De leerlingenraad komt per jaar ongeveer 15 keer bij elkaar. De directeur van de school voert de gesprekken met de leerlingenraad over diverse onderwerpen. Wat kan school doen om school voor de leerlingen nog aantrekkelijker te maken, wat kunnen we doen om iets te betekenen voor anderen buiten de school (acties). Naast de onderwerpen die ingebracht worden vanuit het docententeam kunnen ook de leerlingenraad zelf onderwerpen ter bespreking aandragen. Binnen diverse vakken wordt aandacht aan het milieu geschonken.

Op de Contrabas is het domein Identiteit te herkennen in de onderwerpen, die besproken worden bij het levensbeschouwelijk onderwijs. Hiervoor wordt de methode ‘Hemel & Aarde’ gehanteerd en wordt er voorgelezen volgens het bijbelrooster. Tevens gaan wij uit van de vier onderstaande aspecten die iets zeggen hoe leerlingen het beste de drie burgerschapsdeugden leren:

De school als gemeenschap. De school is een ‘goede samenleving in het klein’ waar de leerlingen door de

regels, de organisatie en de schoolcultuur in aanraking komen met goed burgerschap

Oefen-activiteiten voor burgerschap. Leerlingen oefenen goed burgerschap in allerlei activiteiten, waarin ze bijvoorbeeld leren samenwerken, andermans achtergrond leren kennen, of zich inzetten voor een goed doel
De leraar als voorbeeld. De leerkracht laat in de klas goed burgerschap zien, door de manier waarop hij of zij met zijn leerlingen omgaat
Het burgerschapsgesprek. Praten over burgerschap is belangrijk om leerlingen te laten reflecteren op hun eigen handelen. Deze gesprekken vinden plaats tijdens de lessen levensbeschouwing, de lessen van de ‘kanjertraining’ en de gesprekken n.a.v. actuele gebeurtenissen.

Op de Contrabas werken we met ‘de Kanjertraining’. De Kanjertraining leert kinderen respectvol met zichzelf, elkaar en de school om te gaan. Van ouders en leerkrachten wordt verwacht dat zij, als zich problemen voordoen, oplossingen zoeken waar iedereen wat aan heeft en niet handelen uit irritatie en angst. In het kader van leerling participatie betrekken wij onze kinderen bij onze schoolontwikkeling en zeker ook die van hunzelf. Zo nemen de leerlingen van de groepen 6 t/m 8 deel aan ons tweejaarlijks kwaliteitsonderzoek, waarbij zij aan kunnen geven hoe zij ons onderwijs waarderen. Tevens hebben wij een leerlingenraad, bestaande uit een aantal leerlingen uit groep 8 en de directeur. Zij wisselen samen van gedachten over onderwerpen, die de kinderen zelf inbrengen kunnen. Daarnaast wordt in klassen een zogenaamd leerlingbord gebruikt, waarop de klas aangeeft wat zij voor een periode belangrijk vinden om aandacht aan te schenken. U kunt daarbij denken aan de toetsresultaten, de sfeer in de groep, het maken van huiswerk etc. Tot slot vinden wij het belangrijk dat kinderen zich eigenaar voelen van hun eigen ontwikkeling. ‘Wat kan ik al wel en wat vind ik nog moeilijk? Wat ga ik leren de komende weken? Wat heb ik daarvoor nodig?’ zijn daarin belangrijke vragen. Vanaf groep 5 worden de rapportgesprekken samen met de ouders én het kind besproken. Dit wordt als zeer plezierig en nuttig ervaren.

IN PRINCIPE GAAN WIJ ER VAN UIT DAT KINDEREN AAN ALLE ACTIVITEITEN VAN DE SCHOOL DEELNEMEN.